De rechtbank in Leeuwarden, heeft de 37-jarige O. L. veroordeeld voor verkrachting van een minderjarige, voorafgegaan en vergezeld van geweld. Aan de man is een gevangenisstraf opgelegd van 38 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar.
Leeftijdsverschil en fysiek overwicht
De rechtbank overweegt dat er een fors leeftijdsverschil bestaat tussen de 37-jarige L. en het 13-jarige slachtoffer en dat er sprake is van fysiek overwicht. Uit de in het vonnis opgenomen bewijsmiddelen blijkt dat L. het slachtoffer aan haar hand heeft vastgepakt en heeft meegenomen naar zijn woning. Daarna heeft L. de onderbroek van slachtoffer omlaag getrokken en haar in een positie gebracht zodat zij seks konden hebben. Hierbij heeft hij het slachtoffer stevig vastgepakt en zijn armen om haar lichaam gelegd.
Geen sprake van vrijwillig seksueel contact
De raadsman voerde ter verdediging aan dat L. heeft verklaard dat de seksuele handelingen vrijwillig hebben plaatsgevonden. Daarnaast heeft hij bepleit dat alleen het leeftijdsverschil onvoldoende is voor het aannemen van dwang. De rechtbank acht de verklaringen het slachtoffer betrouwbaar en is van oordeel dat dat L. met geweld en een andere feitelijkheid het slachtoffer heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit seksueel binnendringen. Er is geen sprake geweest van vrijwillig seksueel contact en dit is ook evident voor L. geweest. De rechtbank acht het primair ten laste gelegde daarom wettig en overtuigend bewezen.
Strafmotivering
De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van het feit en is van oordeel dat L. een forse en grove inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De man heeft zijn eigen lustgevoelens laten prevaleren boven de gevoelens van het meisje. Een dergelijk feit kan langdurige gevolgen hebben voor het slachtoffer, omdat er sprake is van ernstige schending van de integriteit van het lichaam. Een dergelijk feit is zeer ernstig en kan een slachtoffer ernstig traumatiseren. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de justitiële documentatie, de persoon van L. en de rapportages die daarover zijn opgemaakt. Op basis van die rapportages komen deskundigen tot het advies om het ten laste gelegde in verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank neemt die conclusies van de deskundige over. De rechtbank acht verdachte ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde verminderd toerekeningsvatbaar.
Straf
Aan L. is een gevangenisstraf opgelegd van 38 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaren, de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering zijn geadviseerd en de GVM-maatregel.