In Nederland rijden momenteel 11.042.678 personenauto’s en lichte bedrijfswagens (tot 3.500 kg) rond. Het gros daarvan rijdt nog op benzine (7.848.720) of diesel (1.978.314). Maar liefst 5.129.199 personenauto’s en 409.621 bedrijfswagens zijn meer dan 10 jaar oud.
Destijds was elektrisch rijden nog een noviteit en viel de keuze doorgaans op voertuigen met een benzine- of dieselmotor. In de leeftijdsgroep ouder dan 10 jaar rijden nog 2976 elektrische personenauto’s rond en 403 elektrische bedrijfswagens. Dat valt in het niet bij de aantallen verbrandingsmotoren van ouder dan 10 jaar die nog in gebruik zijn. Bij 393.479 bedrijfswagens en 4.937.755 personenauto’s vullen benzine of diesel de tank.
Auto’s jonger dan 5 jaar
Het is een schril contrast met voertuigen jonger dan 5 jaar. Deze groep bestaat uit 2.579.234 personenauto’s en 409.621 lichte bedrijfswagens. In de laatste categorie is de dieselmotor nog altijd in trek met 362.613 stuks (88,5%). Waar de bedrijfswagen met dieselmotor nog de standaard is, daar zien we deze techniek bij personenauto’s steeds minder terug. Zo beschikt 9,7% van de personenauto’s ouder dan 10 jaar over een dieselkrachtbron. In de groep van 5-10 jaar is dit 15,4%, maar bij personenauto’s jonger dan 5 jaar duikt het aandeel diesel naar slechts 6,6%.
In totaal rijden 343.677 elektrisch aangedreven personenauto’s en licht bedrijfswagens rond. Dit aantal lijkt nog bescheiden. Toch is elektrisch rijden met een opmars bezig. Van alle bedrijfsauto’s jonger dan 5 jaar zijn dit er 11.203. Dat is een vervijfvoudiging ten opzichte van oudere bedrijfswagens. Ook bij de jonge personenauto’s valt het stijgende elektrische aandeel op. 309.333 van de 2.579.234 personenauto’s in deze leeftijdsgroep moet na het rijden aan de stekker. Dit is een aandeel van 12,0%. Hoe anders is dat aandeel in de groep van 5-10 jaar (0,8%) en de personenauto’s ouder dan 10 jaar (nog geen 0,1%). De benzinemotor zorgt bij 86,6% van de personenauto’s ouder dan 10 jaar voor de voortstuwing. Bij de auto’s jonger dan 5 jaar is dat gedaald tot 64,4%.
Regionale verschillen
In Zuid-Holland rijden de meeste personenauto’s rond (1.839.775), gevolg door Noord Brabant (1.623.885) en Noord-Holland (1.437.205). Gezien de inwoneraantallen is het geen grote verrassing dat in Zeeland de minste personenauto’s (237.460) én lichte bedrijfswagens (27.672) in gebruik zijn. De meeste bedrijfswagens (177.235) zijn er in Noord-Brabant.
Opvallend zijn met name de verschillen in brandstof- en energiegebruik. Zo is 18,1% van alle personenauto’s in Friesland voorzien van een dieselmotor. In Drenthe is dit 15,5% en in Groningen 13,6%. Aan de onderkant van deze ranglijst vinden we Limburg (7,3%) en Zuid-Holland (8,0%) terug. In alle provincies rijden de meeste personenauto’s nog op benzine. Dit varieert van 81,9% in Zeeland tot 73,6% in Friesland. Flevoland springt er hier echt uit met slechts 64,8%. Hier staat dan weer een zeer hoog percentage aan elektrische personenauto’s tegenover. Maar liefst 11,5% is in Flevoland volledig elektrisch aangedreven. Nummer twee op de lijst is Utrecht met 5,9%. Van de personenauto’s jonger dan 5 jaar is in Flevoland zelfs 20,9% elektrisch aangedreven. Ter vergelijking: in Utrecht is dit 15,8%. Ook in Noord-Brabant is het aandeel van jonge elektrische auto’s met 13,0% aanzienlijk. Limburg blijft hier met 7,3% ruim achter. Jonge elektrische bedrijfswagens tref je voornamelijk in Noord-Holland en Utrecht. 6,1% en 5,4% van de lichte bedrijfswagens tot 5 jaar oud zijn daar elektrisch. Dat komt neer op respectievelijk 3.100 en 2.351 voertuigen.