Al 23 jaar op rij meer vrouwen dan mannen in hoger onderwijs

Tijdens het studiejaar 2021/’22 studeerden ongeveer 443 duizend vrouwen aan een universiteit of een hogeschool, tegenover 393 duizend mannen. Dat is het drieëntwintigste studiejaar op rij waarin meer vrouwen dan mannen een studie in het hoger onderwijs volgden. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Steeds meer mensen volgen een opleiding in het hoger onderwijs. Zo is het aantal studenten in het hbo in de afgelopen tien jaar toegenomen van 424 duizend in studiejaar 2011/’12 naar meer dan 491 duizend in 2021/’22. Voor de universitaire opleidingen ging het om een toename van ruim 245 duizend studenten naar bijna 345 duizend.

De verhouding tussen vrouwen en mannen die een hbo- of wo-opleiding volgden bleef de afgelopen tien jaar redelijk constant. In het studiejaar 2021/’22 was 54 procent van de studenten met een universitaire studie (wo), en 53 procent van de studenten met een studie in het hoger beroepsonderwijs (hbo) een vrouw. Ook op het vwo is dit verschil tussen vrouwen en mannen zichtbaar: sinds het schooljaar 1995/’96 rondden meer vrouwen dan mannen het vwo af.

Halverwege de vorige eeuw studeerden nog twee keer zoveel mannen als vrouwen in het hoger onderwijs. Het hoger onderwijs was toen alleen weggelegd voor een kleine elite, zij die het konden betalen. Het ging toen, met 17 duizend vrouwen en 45 duizend mannen, om veel kleinere aantallen dan tegenwoordig. Eind jaren zestig trad echter de Mammoetwet in werking. Het doel van deze wet was om het onderwijs toegankelijker te maken. Het voortgezet onderwijs veranderde hierdoor sterk. Daarnaast werd de leerplicht verhoogd tot 15 jaar. Daardoor nam de toestroom naar het hoger onderwijs toe. Aanvankelijk vonden mannen vaker hun weg naar de collegebanken dan vrouwen. Vanaf de jaren zeventig veranderde dit. In tien jaar tijd nam het aandeel vrouwen in het hoger onderwijs toe van 30 procent begin jaren zeventig, naar 40 procent eind jaren zeventig.

Meeste jonge vrouwen zijn hoogopgeleid

Dat meer vrouwen dan mannen deelnamen aan het hoger onderwijs is ook terug te zien in het huidige onderwijsniveau van de bevolking. In 2022 had 60 procent van de 25- tot 35-jarige vrouwen in Nederland een hbo- of een wo-diploma op zak. Bij mannen in deze leeftijdsgroep was dit iets meer dan de helft. Ook in de leeftijdsgroep 35 tot 45 jaar waren er relatief meer vrouwen dan mannen met een afgeronde hbo- of wo-opleiding, maar het verschil was minder groot. In de leeftijdsgroepen vanaf 45 jaar gold dat juist meer mannen dan vrouwen hoogopgeleid waren. Het grootst is het verschil bij 65- tot 75-jarigen: 29 procent van de mannen, tegen 23 procent van de vrouwen had een hbo- of wo-studie afgerond.

Hoogste aandeel vrouwelijke studenten in de gezondheidszorg, het onderwijs en de journalistiek
De verdeling van mannen en vrouwen verschilt tussen studierichtingen. Vooral de studies in de gezondheidszorg, de maatschappelijke onderwerpen en het onderwijs worden vaker gekozen door vrouwen dan door mannen. Bij studies in de richtingen techniek en informatica studeren juist meer mannen dan vrouwen. Het aandeel vrouwen varieert ook tussen onderwijsniveaus binnen een studierichting. Zo is het aandeel vrouwen dat een wo-opleiding doet binnen de landbouw en diergeneeskunde, relatief veel hoger dan bij hbo-studies in dezelfde studierichting.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *