Dit blijkt uit onderzoek van ANWB Zakelijk onder 497 ondernemers, zowel in het MKB als ZZP. Vanaf 2025 mag er in veel steden niet meer met een dieselbestelwagen worden gereden, wat veel ondernemers dwingt om versneld over te stappen naar een elektrische bedrijfswagen. “Dit vergt niet alleen veel uitzoekwerk en geregel, maar ook een investering”, aldus Patrick van Weert, productmanager bij ANWB Zakelijk.
Grote uitdaging voor ondernemers
Veel ondernemers moeten – door de komst van de zero-emissiezones – hun wagenpark gedeeltelijk of volledig vervangen. Het vervangen van het wagenpark brengt zorgen met zich mee, zo maakt daarover bijna de helft (43%) zich zorgen. “Als zzp’er hoef je maar één busje te vervangen. Dit kan al vervelend zijn. Maar er zijn ondernemers die tientallen bedrijfswagens bij een distributiecentrum hebben staan. Voor hen ligt er een nóg grotere klus in het verschiet”, aldus Van Weert.
Trouw aan eigen bus
Ook het personeel dat dagelijks rondrijdt in de bedrijfswagens kan sceptisch zijn over de overstap naar elektrisch. “Chauffeurs hechten veel waarde aan hun “heilige koe”. Daarnaast kunnen elektrische busjes nog geen zware ladingen vervoeren en met dat gewicht dezelfde lange afstanden afleggen als dieselbusjes, alhoewel dat steeds beter wordt”, erkent Van Weert. “Maar toch moeten zowel ondernemer als chauffeur de overstap maken, want uitstootloze busjes zijn de toekomst.”
Leasen voelt veilig als financiering
Daarnaast staan veel ondernemers niet te springen om een elektrische bedrijfswagen te kopen. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste ondernemers (34%) ervoor kiezen om de elektrische bedrijfswagen te leasen. 27% van de ondernemers verwacht de overstap naar elektrisch rijden te bekostigen met eigen vermogen, terwijl 22% gedeeltelijk rekent op subsidies. “Leasen voelt voor veel ondernemers als de veiligste optie, omdat ze hun initiële investering behouden. Maar leasen drukt wel weer op de maandelijkse lasten, dus dit moet je goed overwegen als ondernemer”, zegt Van Weert hierover.
Duidelijk beleid en advies essentieel
ANWB Zakelijk merkt al langer de zorgen van ondernemers. Afgelopen maand organiseerde ANWB Zakelijk– samen met Ayvens – de “Bedrijfswagen e-Xperience”, waar veel brancheorganisaties bij betrokken waren. Tijdens het evenement konden ondernemers advies inwinnen en proefritten maken in meer dan 30 elektrische bedrijfswagens.
Roy Driessen, segment director bij Ayvens en medeorganisator van het evenement, benadrukt de noodzaak van consistent overheidsbeleid over elektrisch rijden. “Verander nu niet de route naar elektrisch rijden, veel ondernemers zijn hun transitie al gestart. En zorg voor een centraal beleid over de zero-emissiezones. Dit kan per gemeente verschillen. Zo voorkom je dat de ondernemers nog meer in de war raken. Houd duidelijk beleid aan, zodat ook de twijfelaars over de streep getrokken worden.”
Ook lanceert ANWB Zakelijk de tool De Opwegwijzer voor de Zaak voor ondernemers die hun wagenpark willen of moeten elektrificeren. Hierin krijgt de ondernemer een gepersonaliseerd advies over óf en hoe lang de ondernemer met de huidige bedrijfswagen in een milieuzone mag rijden.
Over de aankomende zero-emissiezones
Gemeenten mogen vanaf 1 januari 2025 een stadsgebied aanwijzen waar geen vervuilende bestelbussen en vrachtwagens meer mogen rijden. De bestelbussen en vrachtwagens die wél in deze zogenaamde “zero-emissiezone” mogen rijden, moeten uitstootvrij zijn. Wel is er voor een aantal voertuigcategorieën tot 2030 een overgangsregeling of een vrijstelling.
Daarnaast moeten ondernemers per 2025 belastingheffing (bpm) betalen bij de aanschaf van een dieselbusje. Hierdoor is er momenteel een run op dieselbusjes. Hoeveel belastingheffing ondernemers gaan betalen, hangt af van de CO2-uitstoot van de wagen. Op deze manier wordt rijden op diesel ontmoedigd, en de overstap naar elektrisch gestimuleerd. ANWB Zakelijk verwacht daarom – mede dankzij de ontwikkeling die fabrikanten doormaken – dat de levensduurcycli (TCO, Total Cost of Ownership) van dieselbussen en elektrische bussen veel dichter bij elkaar komen te liggen.