Lokaal inkopen geeft veel waarde, denk bijvoorbeeld aan het toevoegen van kennis over ons voedsel op de winkelvloer. De boer of teler brengt een foodtheater in je winkel komt en gaat gesprekjes aan met je bezoekers. Deze gesprekjes zijn een antwoord op eenzaamheid maar zorgen er ook voor dat men samen trots is op de leefomgeving.
Hoe werkt dat dan?
Vooral vroeger speelde het leven zich in en om de kerk af. De kerk had daarmee een verbindende functie. Als kerkganger had je oog voor je medekerkganger. Je zorgde voor hen die het minder hadden en je werkte samen met je geloofsgenoten. Zo kocht een katholiek gezin bij een katholieke slager, kruidenier en bakker. Samen zorgde je ervoor dat er een gezond economisch klimaat bleef binnen de eigen kerkgenootschap.
Zo is het allang niet meer, deze banden zijn verbroken en men ervaart hierdoor vrijheid om te gaan en te staan waar men wil. Deze vrijheid is fijn, maar toch zoekt men altijd naar verbinding. Want hoe tegendraads sommige mensen ook zijn, kuddedieren blijven ze. Het verdwijnen van de traditionele community ligt ten grondslag aan eenzaamheid en emotionele armoede. Want dat de kerken buiten een mogelijke “verstikkende” modus ook veel goeds brachten, daar komen we jaren later pas achter.
Voor nu genoeg geschiedschrijving, hoe kan deze tendens naar het heden worden omgebogen? Het antwoord is de supermarkt! De plek waar iedereen komt, van arm tot rijk, oud en jong, nieuwe Nederlander en de autochtone, je komt ze er allemaal tegen. Ze maken een praatje met elkaar in de gangpaden, of met die leuke jonge dame op het zelfscanplein. Hier wordt de verbinding weer gemaakt.
Wat is een korte keten?
Een korte keten is een korte verbinding tussen de boer en de consument. Vaak in de vorm van een boerderijwinkel, een groentepakket direct bij de boer vandaan, of lokaal geleverd aan de supermarkt.
De korte keten, alles direct van de boer naar de supers. Nagenoeg onbetaalbaar voor ons als winkels. Het kost veel centjes en dito tijd om met veel lokale boeren en telers samen te werken. Hierbij een simpel inkijkje in dit proces. Eerst zul je op zoek moeten gaan een bedrijf dat past bij jouw waarden. Daarna volgt vaak een kennismakingsgesprek en een bezoek aan het desbetreffende bedrijf, want je wilt natuurlijk wel weten wat voor vlees je in de kuip krijgt, en daarnaast is het heel leuk om een kijkje in de keuken van een ander bedrijf te nemen.
Als er een match is maak je afspraken en leg je deze vast, over onder andere de prijs, voedselveiligheid en andere facetten van het partnerschap.
Daarna komt het product in de winkel, dat gaat gepaard met handmatige handelingen. Ook bijvoorbeeld het bestellen bij deze lokale speler is een onderbreking van de van de bestaande processen.
Ondanks dat het meer werk is, investeren we hierin.
En dit is de reden waarom. Als je als super samenwerkt met een selecte groep leveranciers, boeren of telers uit je directe marktgebied, dan versterk je samen het economische klimaat. Denk hier aan de vroegere verbindende functie van de kerken.
De boer of teler kan zijn of haar verhaal vertellen op jouw winkelvloer. De waarde van deze lokaal ingekochte producten neemt toe in euro’s. De waarde van ons voedsel neemt toe en er komt bewustwording over waar ons voedsel vandaan komt. Daarmee dus veel extra overwegingen om het toch te doen, buiten dat het ook gewoon extra cachet geeft aan de winkel.
Monique Ravenstijn