IJzer is één van de meest voorkomende elementen op onze planeet. Toch wordt het steeds ingewikkelder om voldoende ijzererts uit de grond te halen om aan onze groeiende staalconsumptie te kunnen voldoen. Het is vreemd dat men zich niet meer afvraagt hoe wij zoveel staal kunnen verwerken zonder goed na te denken over “end-of-life”-oplossingen. Zeker bij een materiaal, waarvan de productie zo vervuilend is dat er hevig verzet is tegen de vestiging van hoogovens in ons dichtbevolkte land.
Strategisch materiaal
Vanuit geopolitieke overwegingen is het echter zeer wenselijk om de staalindustrie in Europa, en dus ook in Nederland, te behouden. Het is één van de strategische materialen waarvan de EU de afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers wil minimaliseren. Aangezien staal maken vanuit ijzererts in hoogovens verantwoordelijk is voor circa zeven procent van de wereldwijde CO2-uitstoot, moeten we iedere manier om dit staat “groener” te produceren met beide handen aangrijpen.
Hergebruik van schroot
Het omsmelten van schroot (oud ijzer) gebeurt nu nog maar mondjesmaat in Europa, het gros wordt geëxporteerd naar onder andere Azië. De reden is dat men moeite heeft om afnemers te vinden voor dit laagwaardige staal (verontreinigd met metalen als zink, chroom en koper). Er komt echter steeds meer technologie beschikbaar om de verontreinigingen in schrootstaal te minimaliseren en de kwaliteit ervan te verbeteren.
Inventarisatie staalgebruik
Dit vraagt om een proces van bewustwording binnen de industrie. Productiebedrijven kunnen een bijdrage leveren aan verduurzaming door de mogelijkheden van schrootstaal te overwegen. Dat vraagt om een inventarisatie van hun staalgebruik per toepassing en de vraag of daar hoogwaardig staal voor benodigd is, of dat laagwaardig staal voldoende is. Voor treinrails en sommige staalskeletten in de bouw is bijvoorbeeld geen hoogwaardig staal nodig. Dat geeft al aan dat hier veel winst valt te behalen met hergebruik van staal.