DEN DOLDER – “Je mag onbegrensd denken wat je wilt, maar niet onbegrensd doen wat je wilt”, stelt de officier van justitie vandaag tijdens de zitting. De 54-jarige Paolo Provitina uit Utrecht en de 53-jarige Roeland Meijs. uit Den Dolder staan terecht voor onder andere bedreiging en poging afpersing van een deurwaarder en twee politieagenten. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) is een forse straf op z’n plaats. Daarom eist de officier tegen beide verdachten een celstraf van 40 en 24 maanden en een contactverbod van 3 jaar.
Eind juni 2023 vindt in Amsterdam een woningontruiming plaats. De twee verdachten, Provitina uit Utrecht en Meijs uit Den Dolder, zijn het niet eens met de ontruiming. De politie wordt ingeschakeld. Nadat ze in eerste instantie door de politie worden aangehouden keren ze terug naar de woning. Al filmend wenden de mannen zich tot de betrokken deurwaarder. Op beeld is te horen hoe de mannen de deurwaarder bedreigen door te zeggen dat ze hem “komen halen met een sheriffsteam” en dat hij “eraan” gaat.
Ernstige zorgen
De deurwaarder doet aangifte van bedreiging. Daar houdt het verhaal echter niet op. In oktober van hetzelfde jaar krijgt één van de politieagenten die bij de ontruiming was bezoek op het politiebureau in Amsterdam. Daar leveren de beide verdachten een brief af, vol klachten over de politie in het algemeen en deze politieman in het bijzonder. Ze geven aan dat de desbetreffende agent gevaar loopt en dat ze hem onder meer verplichten om een miljoen euro te betalen of een gesprek aan te gaan en excuses aan te bieden. Ook kondigen de verdachten in de brief aan dat politieagenten en hun geliefden geweld kunnen verwachten als de agent zich niet aan de eisen in de brief houdt en dat ze zich ernstige zorgen moeten maken over hun veiligheid. Op dezelfde dag krijgt een tweede politieagent, dit keer in Nijmegen, een soortgelijke dreigbrief. Ook hij kan volgens de brief geweld verwachten als het gevraagde geldbedrag, in dit geval 50.000 euro, niet op tijd wordt betaald.
Dreigmail
In december 2023 stuurt Meijs een mail aan de politie waarin hij geweld aankondigt. Eén van de maatregelen die volgens hem gaan volgen is dat willekeurige politieagenten door gemaskerde mannen worden klemgereden en doodgeschoten. Hij geeft aan dat hij geweld afkeurt, maar gebruikt dit wel in zijn eis dat de politie met hem in gesprek gaat. Daarom levert dit volgens de officier van justitie bedreiging met een terroristisch misdrijf op.
Strafverzwarend
De twee verdachten maken deel uit van de zogeheten soevereinenbeweging. Dit zijn personen die niet geloven dat de Nederlandse wet- en regelgeving op hen van toepassing is. Zo stelt één van de verdachten op Telegram: “Deurwaarders, curatoren, maar ook politieagenten of andere ambtenaren die zich misdragen jegens mij of een ander, jullie komen allemaal aan de beurt”. Ondanks dat de verdachten vrij zijn om te geloven wat ze willen, gaan de verdachten in deze zaak volgens de officier vele stappen verder. “De verdachten zijn over een langere periode en heel doordacht bezig geweest met het intimideren van mensen die gewoon hun werk doen. Ze hebben het dreigend voor elkaar proberen te krijgen dat Nederland anders wordt ingericht. Dat vind ik sterk strafverzwarend”.
Feiten
Volgens het OM zijn de feiten duidelijk. De verdachten ontkennen niet dat de dingen die ze gedaan en gezegd hebben zijn gebeurd. Het onderzoek bevestigt de feiten. Zo hebben de verdachten de bedreiging tegen de deurwaarder zelf gefilmd en is de brief voor de politieagenten bij beide verdachten aangetroffen op de computer. Ook heeft Meijs via Telegram opruiende berichten gepost over een zogeheten burgerarrest van deurwaarders en is bij Provitina een vuurwapen aangetroffen.
Gezien de ernst van de feiten en de strafverzwarende omstandigheden is, wat het OM betreft, een forse straf passend. Tegen Meijs eist het OM 40 maanden gevangenisstraf, waarvan 20 maanden voorwaardelijk. Het OM eist tegen Provitina een gevangenisstraf op van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk. Voor beide verdachten geldt, als het aan het OM ligt, een proeftijd van 3 jaar. Aanvullend eist de officier van justitie een contactverbod van 3 jaar, zodat de twee verdachten elkaar gedurende deze periode niet meer kunnen beïnvloeden om strafbare feiten te plegen.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.