“Vandaag is voor alle betrokkenen een extra zware dag. Het zal zwaar zijn om de dag te moeten herbeleven. Of dat nu is als nabestaande of als verdachte”, zo begint de officier van justitie vandaag haar requisitoir. Voor de rechtbank in Den Haag staat de 44-jarige M. S. terecht die verdacht wordt van dood door schuld in het verkeer.
Het is 10 maart 2023 als een 12-jarige jongen op zijn fiets onderweg is naar school. Op de T-splitsing Touwbaan en Rietschans in Leiderdorp houdt de jongen even stil en wacht op een geschikt moment om af te slaan. Op dat moment komt een vrachtwagen aanrijden die achter de jongen tot stilstand komt. Als de chauffeur na zes seconde besluit te gaan rijden en ook de jongen begint te fietsen ontstaat er een verschrikkelijk ongeval. Het slachtoffer komt onder de vrachtwagen terecht en overlijdt ter plekke.
Verkeersongevallenanalyse
De politie doet meteen na het ongeval een uitgebreid onderzoek en de Verkeersongevallenanalyse komt ter plaatse. Bij zware ongelukken doet deze dienst, ook wel de Forensische Opsporing Verkeer genoemd, onderzoek naar de oorzaak van het ongeval. Al snel wordt aan de hand van camerabeelden en verklaringen duidelijk dat de jongen goed zichtbaar was en dat de vrachtwagenchauffeur hem gezien móet hebben.
En ook S. verklaart dat hij de jongen heeft gezien, maar dat hij op een zeker moment is opgetrokken omdat hij dacht dat het vrij van verkeer was. Hij kan zich, zo verklaart hij, niet herinneren dat de jongen ook optrok.
Volgens de officier van justitie ligt de kern van het verwijt erin dat S onvoldoende aandacht heeft gehad voor het slachtoffer. “Verdachte wist immers dat zich voor hem een kwetsbare verkeersdeelnemer bevond, maar heeft – om onbekende reden – nagelaten aandacht aan hem te geven op het moment dat hij besloot op te trekken en af te slaan”, aldus de officier van justitie. Volgens de officier gaat het dan ook niet om de vraag of ‘verdachte ‘S. opzettelijk heeft gehandeld, maar om de vraag of S. nalatig is geweest en of hij zijn zorgplicht als beroepschauffeur heeft geschonden.
Aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag
Volgens de officier van justitie is er bij dit ongeval sprake van aanmerkelijke schuld en heeft S. aanmerkelijk onvoorzichtig rijgedrag vertoond. Voor hem geldt ook de verzwaarde zorgplicht, wat inhoudt dat er meer mag worden verwacht van hem dan van een gewone verkeersdeelnemer.
“Het slachtoffer vereiste alle oplettendheid en voorzichtigheid van verdachte. Hij had zich ervan moeten vergewissen waar de jongen was vóórdat hij besloot op te trekken”, aldus de officier. Zij eist dan ook een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, 240 uur taakstraf en een rijontzegging voor de duur van 18 maanden.
“Er wordt ook in de maatschappij vaak een grote discrepantie gevoeld tussen de gevolgen van een ongeval en de op te leggen straf. Dat heeft er met name mee te maken dat bij de strafoplegging na een ongeval rekening wordt gehouden met het feit dat iemand niet opzettelijk een ander heeft gedood of zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht. De gevolgen van dat niet-opzettelijk, maar wel onvoorzichtig handelen spelen een rol bij de strafoplegging maar zijn niet doorslaggevend. Een klein ongeval heeft soms enorme gevolgen, een groot ongeval soms kleine gevolgen”, aldus de officier.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.