In 2022 stegen de cao-lonen met 3,6 procent ten opzichte van 2021, de grootste toename sinds 2008. De inflatie was met ruim 10 procent flink hoger. In de bedrijfstak onderwijs was de loonstijging het grootst. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
“Dit grote verschil is zeer goed verklaarbaar. In de huidige cao-systematiek wordt steeds vooruit onderhandeld. Dat wil zeggen: vorig jaar, 2022, is er in diverse sectoren tussen vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers onderhandeld over de cao van 2023 of zelfs ook voor 2024, bij een langer lopende cao. Die onderhandeling vindt plaats op basis van ervaringscijfers uit het verleden, die vaak afkomstig zijn van het CBS. Die lopen altijd wat achter, met als gevolg dat er voor 2023/2024 wordt onderhandeld op basis van gegevens van het jaar 2021 en een paar maanden van 2022,” zegt Chris van Veldhuizen, directeur Vakvereniging HZC
De gemiddelde loonstijging in 2022 is het resultaat van onderhandelingen in 2021 op basis van gegevens van 2020. Logisch dus dat die gemiddelde 3,6 procent lager is dan de inflatie van 10 procent.
Volgens Van Veldhuizen is in de sectoren waar HZC als vakvereniging actief is in 2022 voor 2023 cao-loonsverhogingen afgesproken van 5 procent (voor bouw infra), 6,25 procent (rail infra) en 7,5 procent (beroepsgoederenvervoer en verticaal transport). “Dat is dus al een stuk hoger dan die 3,6 procent.,” aldus Van Veldhuizen
Het huidige systeem van ‘vooruit onderhandelen’ leidt per definitie tot achter de feiten aanlopen.
“Dat is ook het geval bij de automatische prijscompensatie; daarbij wordt vaak de loonstijging gerelateerd aan de inflatie van een maand (vaak september/oktober) in het voorgaande jaar. Dat is geen gedegen referentie, want er kan die maand toevallig sprake zijn van een piek of diep dal. En daarom niet verstandig.“
Het huidige cao-systeem is kortom verouderd en moet nodig op de schop. Prijscompensatie is een belangrijk thema bij hoge inflatie, maar moet inzet kunnen zijn van flexibele ‘just-in-time’ onderhandeling. Van Veldhuizen: “Nu onderhandelen over loonafspraken voor 2023 maakt afspraken mogelijk die beter zijn afgestemd om de actuele situatie. En bij grote op- of neerwaartse afwijkingen zouden bijstellingen bespreekbaar moeten zijn. Het is de vraag wie hiermee durft te beginnen.”