De dagelijkse boodschappen zijn duurder geworden, maar ook de kosten voor het houden van huisdieren vliegen omhoog. Wat voor effect heeft dat op het huisdierbezit in Nederland? Uit het jaarlijkse huisdierenonderzoek van NVG en Dibevo, uitgevoerd door I&O Research, blijkt dat de stijgende prijzen maar voor 0,5% van de huisdierbezitters een reden was om hun huisdier weg te doen. Dat is opvallend als je bedenkt dat heel veel mensen in coronatijd een huisdier hebben aangeschaft. 2,4% van de huishoudens met een huisdier heeft overwogen om hun huisdier weg te doen, maar heeft het uiteindelijk niet gedaan. Dat betekent dat 97% van de huisdierbezitters er niet over péínst om het huisdier weg te doen. 5% verwacht zelfs dat er in 2023 nog meer huisdieren bijkomen (vooral honden en katten).
Maar dat wil niet zeggen dat de stijgende prijzen verder geen invloed hebben. 10% van de huishoudens geeft aan niet te bezuinigen op diervoeding, maar wel op persoonlijke uitgaven om hetzelfde voer te kunnen bekostigen.
Meer bewustwording over dierenwelzijn
Uit het onderzoek blijkt dat mensen zich steeds bewuster zijn van de verantwoordelijkheid die ze hebben voor het welzijn van hun huisdier. 64% van de huishoudens met konijnen zorgt ervoor dat het dier minimaal één maatje heeft; een flinke verbetering ten opzichte van een jaar eerder toen dat nog maar 55% was. Op de vraag ‘Wat vindt u dat een dierenspeciaalzaak zeker moet hebben’, antwoordt de helft van de huisdiereigenaren ‘Een keurmerk voor dierenwelzijn’. Bijna een derde van de huisdiereigenaren vindt het belangrijk dat een dierenspeciaalzaak informatie geeft over de afkomst van de dieren die verkocht worden. Meer dan een kwart vindt het fijn om in de dierenspeciaalzaak een voorbeeldverblijf te zien. Zo kunnen ze met eigen ogen zien hoe een huisdier gehuisvest dient te worden. Ten slotte vindt 20% dat een dierenspeciaalzaak actief moet samenwerken met een dierenopvang. De meeste mensen kopen regulier diervoer. Bij het aanschaffen van speciaal diervoer koopt bijna een kwart wel eens diervoeding met een keurmerk voor beter dierenwelzijn.
Berekenend inkopen
Zowel bij diervoeding als dierbenodigdheden is er een heel lichte stijging te zien in online winkelen. Toch blijft de dierenspeciaalzaak onverminderd populair vanwege de kwaliteit van de producten en de kennis van medewerkers. Grote spullen, zoals een bench of een krabpaal worden vaak online gekocht, zodat ze thuis afgeleverd kunnen worden en mensen dit zelf niet hoeven te tillen. In de supermarkt halen huisdiereigenaren voer vanwege de prijs of nemen ze het mee tijdens het boodschappen doen. Over het algemeen halen hondenbezitters hun voer het liefst bij de dierenspeciaalzaak. Bij de kattenbezitters is de supermarkt het primaire aankoopkanaal (29%), direct gevolgd door de dierenspeciaalzaak (21%).
Aantal gehouden huisdieren blijft stabiel
Bijna de helft (45%) van de Nederlandse huishoudens heeft een of meer huisdieren. Dat aantal is stabiel gebleven ten opzichte van de vorige meting. Bijna een kwart van de huishoudens (23%) is in het bezit van een of meer katten. Op de tweede plaats staat de hond: 18 % van de huishoudens heeft een trouwe viervoeter. Daarna volgen aquariumvissen (4%), vogels (3%) konijnen (2,5%) en knaagdieren (2%).
Op basis van deze aantallen leven er ruim 1,8 miljoen honden in ongeveer anderhalf miljoen huishoudens, en 3 miljoen katten in bijna 2 miljoen huishoudens. In bijna 350.000 huishoudens zwemmen aquariumvissen.