Voorzitter Staatscommissie rechtsstaat heeft schijn tegen

“Onafhankelijke” voorzitter professor Kummeling van de Staatscommissie Rechtsstaat heeft de schijn tegen

De Staatscommissie rechtsstaat die dit jaar in het leven werd geroepen om het tanende vertrouwen van de burger in de overheid en de rechtspraak te herstellen is door voorzitter Kummeling in opspraak geraakt. Van Kummeling en zijn commissie wordt verwacht dat ze het doen en laten van magistraten en justitieambtenaren kritisch en onafhankelijk onderzoeken. Daartoe nodigden ze het publiek uit om zich te melden, ook op 20/10 a.s. voor een open forum bijeenkomst in Utrecht. In die zin was de benoeming van mr. E. J. Numan, oud-vicepresident van de Hoge Raad als commissielid een ongelukkige keuze.

Ruim 30 jaar geleden speelde die een hoofdrol in een groot fraudeschandaal binnen de Haagse rechtspraak waarbij de door Numann opgelegde dwangsom van f 100.000 per dag inmiddels is opgelopen tot een ridicuul bedrag van > 350 miljoen!

Het ministerie probeerde het miljoenenschandaal jarenlang te ontlopen en onder de pet te houden totdat – dankzij de oproep van de commissie – deze kwestie onder de aandacht van de voltallige Staatscommissie werd gebracht. In de “onafhankelijke” Kummeling heeft het ministerie vooralsnog een volgzame medestander getroffen die inhoudelijk niet reageerde maar weigerde om de benoeming van Numann te heroverwegen. Opzichtig kritiek leveren op de Poolse rechtspraak gaat politici, rechters en kamergeleerden blijkbaar een stuk makkelijker af.

Verzonnen miljoenenclaim

Numann had als Haagse kort geding rechter in 1993 een onbewezen en aantoonbaar verzonnen claim toegewezen aan het Ingenieursbureau Technip (voorheen KTI) in Zoetermeer. Technip verweet zijn oud-medewerker ir. Alfred Mol dat die bij zijn vertrek in 1978 geheime know how had meegenomen en daarmee inbreuk had gemaakt op het beweerde auteursrecht van Technip. Mol beweerde dat de kennis voor zijn rigorous simulation software afkomstig en vrij beschikbaar was uit een open source van de Politecnico in Milaan.

Toen het Haagse gerechtshof pas in 2010 vaststelde dat het omstreden auteursrecht in 1990 aan Technip mondeling (!?) zou zijn overgedragen, werd bevestigd dat Mol in 1978 dus geen inbreuk kon hebben gemaakt op het auteursrecht van Technip. Mr. O. Trojan, de huidige advocaat van Technip kon/mocht of wilde onlangs dan ook de zware beschuldiging niet weerleggen dat Technip 43 jaar geleden met een verzonnen miljoenenclaim begon te procederen tegen hun oud-medewerker.

Mr. Bondam die in 1980 als eerste kort geding rechter moest oordelen deed dan ook wat een goede rechter moest doen. Hij wees de claim van Technip af simpelweg omdat de eiser niet wilde en kon bewijzen dat men auteursrechten bezat. Technip voerde daarna geen hoger beroep of bodem procedure in Nederland maar ging 12 jaar met tonnen kostende processen achter Mol aan in de VS
waar zijn software ook te koop was.

Ontbrekende griffier

Nadat het procederen in de VS niets had opgeleverd probeerde Technip het na 12 jaar met een kort geding in 1993 (KG93/677) opnieuw in Nederland. Met dezelfde eisen maar met een andere advocaat, mr. S. de Wit en bij een andere rechter, mr. E.J. Numann. Die gaf Technip ondanks de vereiste en veronderstelde spoedeisendheid voor een kort geding na 12 jaar ook nog 9 maanden uitstel om van advocaat te wisselen.

Maar ronduit verdacht was dat hij de zaak zonder griffier behandelde. Dat Technip tijdens de zitting terloops erkende dat men in 1978 geen auteursrechten bezat kwam daarom niet in een proces verbaal van een griffier terecht. Toen Mol per abuis een stuk ontving waaruit bleek dat Numann overleg had gevoerd met Technip diende hij een klacht in bij de president van de Haagse rechtbank die op hoge toon als lasterlijk werd afgewezen.

Enkele dagen later werd Technip zonder bewijsopdracht in het gelijk gesteld.

Mol moest van Numann onder druk van een enorme dwangsom binnen een maand een voorschot van f 2,5 miljoen betalen, zijn software afgeven en advertenties plaatsen dat hij op gezag van de Nederlandse rechter gestolen software aanbood. Mols advocaat verklaarde in een buitengerechtelijke verklaring nog wel dat de uitspraak in strijd was met hetgeen ter zitting werd gesteld, maar trok zich daarna (onder druk) definitief terug. Toen Mol niet aan het vonnis voldeed werd een maand later op gezag van Numann zijn huis en auto verkocht, zijn bankrekening leeg gehaald en werd hij ruim 4 maanden gegijzeld in het Oranjehotel in Scheveningen. Pas 3 jaar later werd de gijzeling ‘ab initio’ onrechtmatig verklaard…….

Mondelinge overdracht

In hoger beroep weet het gerechtshof zich kennelijk geen raad met de uitspraak van Numann. Men traineert de zaak zo lang totdat de Staat door het EHRM in Straatsburg op basis van Art. 6.1 werd veroordeeld voor justice delayed is justice denied én voor onvoldoende wrakingsmogelijkheden in de Nederlandse wetgeving (Art. 13). En dan, in een reuze ommezwaai neemt het hof in 2010 de gratuite bewering van Technip over dat de auteursrechten in 1990 in Italië mondeling zouden zijn overgedragen.

Prof. DWF Verkade, Dirk Visser e.a. auteursrechtdeskundigen vegen de vloer aan met deze beweerdelijke mondelinge overdracht zonder nadere duiding van plaats, datum, bedrag en inhoud maar die wel bevestigde dat Mol in 1978 dus geen inbreuk gemaakt kon hebben op auteursrechten die Technip toen nog niet bezat.Toch moest Mol, ondanks het oordeel van de deskundigen en een uitspraak van een ander rechterlijke colleges maar bewijzen dat het in 1990 niet zo was gegaan.

Afgezien van het feit dat Mol geen advocaat meer kon vinden die zijn/haar vingers aan deze zaak wilde branden zou hij in cassatie wederom Numann zijn tegengekomen die inmiddels naar de Hoge Raad was door gepromoveerd. Vanwege de opgelegde, astronomisch hoge dwangsommen is Mol jaren geleden al naar België gevlucht.

Aansprakelijkheid staat

Onlangs heeft Mol VVD minister Yesilgöz aangesproken voor schadevergoeding op basis van art. 42 Wet Rechtspositie Rechterlijke Ambtenaren (WRRA). Volgens dat artikel moet de Minister beslissen
over schadevergoeding van de Staat aan derden die verhaalbaar is op een rechter indien deze schade “het gevolg is van diens opzet of bewuste roekeloosheid”. Die schade is inmiddels opgelopen tot ruim
€1 miljoen, waarbij Mol in het duister tast onder wie de opbrengst van zijn verkochte/ingepikte goederen is verdeeld.

Mr. Trojan, de advocaat van Technip liet onlangs weten dat zijn klant geen rekening en verantwoording zal afleggen en professor Kummeling deelde Mol onlangs mee – ondanks alle gepretendeerde openheid – het niet zinvol te achten dat hij op 20 okt a.s. bij een open forum aanwezig zou zijn om zijn ervaringen onder ogen te zien. Niet bekend is of de medecommissieleden het standpunt van Kummeling delen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *