De Belastingdienst verstrekt in het kader van de inkomensafhankelijke huurverhogingen inkomensverklaringen aan verhuurders. Hiermee wordt beoogd ‘scheefwonen’ tegen te gaan. De Hoge Raad heeft eind 2022 geoordeeld dat voor deze verstrekkingen in de periode van 1 maart 2013 tot 1 april 2016 de wettelijke basis onvoldoende was. Zo’n 7.000 huurders hebben naar aanleiding hiervan verzocht om een schadevergoeding. Deze verzoeken zijn inmiddels afgewezen.
De Woonbond heeft naar aanleiding van dit arrest van de Hoge Raad aangegeven de vraag of de Belastingdienst schadevergoeding zou moeten betalen, voor te willen leggen aan de rechter. In maart 2023 is aan de Woonbond voorgesteld hiertoe een proefprocedure te voeren. Deze proefprocedure is helaas niet van de grond gekomen. Daarom zijn de ingediende verzoeken om schadevergoeding – die waren aangehouden in afwachting van de uitkomst van een eventuele proefprocedure – behandeld. De verzoeken zijn afgewezen. De verstrekking van de inkomensverklaringen in bovengenoemde periode hadden onvoldoende wettelijke basis, maar hebben niet geleid tot huurstijgingen buiten de huurprijswetgeving.
Als huurders het niet eens zijn met een afwijzing, kunnen ze in een civiele procedure de zaak aan de rechter voorleggen.