‘De huidige discussie over koopkrachtbehoud gaat eenzijdig over verhoging van loon, uitkeringen en toeslagen,’ zegt Chris van Veldhuizen, Directeur, Vakvereniging HZC. Het gevaar van een recessie door een negatieve loon-prijsspiraal en verder stijgende kosten van levensonderhoud wordt volgens Van Veldhuizen gebagatelliseerd. “In deze discussie mist totaal de rol van een kleinere overheid en daarbij passende lagere belastingen. Voer voor de verkiezingen.“
In de uitzending van EenVandaag van 17 augustus ging het over het toenemende koopkrachtverlies en het signaal van het CPB dat ruim een miljoen mensen zonder verder ingrijpen van de overheid onder de armoedegrens dreigt te komen. FNV pleit voor een forse verhoging van het minimumloon. Een econoom van de Rabobank pleit voor een mix van maatregelen van verhoging minimumlonen, uitkeringen en toeslagen.
Primaire en begrijpelijke suggesties voor het oplossen van teruglopende reële koopkracht.
“Minder te besteden, doe er geld bij. Het koopkrachtlek is echter dermate groot dat alleen deels repareren via een verhoging van (minimum) lonen verantwoord is. De economische ruimte daarvoor is per sector immers verschillend,” gaat Van Veldhuizen verder “Het is oppassen voor een negatieve loon-prijsspiraal en opvolgende recessie stelt Vakvereniging HZC. En het repareren van dit koopkrachtlek betreft niet alleen de minima maar ook vele gezinnen met middeninkomens, zo waarschuwde koepelbond VCP eerder.“
Volgens Van Veldhuizen wordt in deze discussie voorbijgegaan aan de verantwoordelijkheden van regering en rijksoverheid. “De overheid heeft de afgelopen jaren vaker gekozen voor de oplossing ‘geld erbij’. Zo vaak, dat de Europese drempel van toelaatbare staatsschuld de regering nu op de koers zet van terugdraaien van subsidies, toeslagen en andere steun en zelfs belastingverhogingen aankondigt. “
De kiezer moet bezuinigen: lagere en middeninkomen gezinnen moeten de verwarming maar helemaal uitzetten en mkb-ondernemers moeten hun reserves en daarmee toekomstig pensioen maar opeten.
Maar, gaat Van Veldhuizen verder, “diezelfde rijksoverheid heeft de uitgaven in de afgelopen vijf jaar met ruim 20 procent laten oplopen en het aantal ambtenaren laten toenemen met 25 procent. En óók nog de externe inhuur laten toenemen van 10 naar 14 procent van het al hogere personeelsuitgaven.“
Met de verkiezingen voor de deur is het tijd voor een discussie over een kleinere rijksoverheid.
Voor Van Veldhuizen is het duidelijk, minder ambtenaren, die minder regels maken en daarmee minder op naleving hoeven toe te zien. “Een kleinere overheid kan toe met minder belastingen, zodat op effectieve wijze het netto inkomen en daarmee koopkracht behouden blijft, zónder dat bedrijven hun prijzen moeten verhogen.“
“En rijksambtenaren kunnen omgeschoold worden om het groeiende lerarentekort in met name de Randstad op te lossen. Een win-win-win situatie,” besluit Van Veldhuizen