‘Ik kwam tijdens mijn werk vandaag allemaal kleine, lieve en mooie dingen tegen. We gaan de straat op en tijdens de surveillanceronde spreekt een dakloze man ons aan. Hij vertelt dat hij een paspoort heeft gevonden.’
‘We bellen de nietsvermoedende eigenaar van het paspoort om het vervolgens bij het huisadres af te geven. De jongen is dolblij en wil ons bedanken door ons geld te geven. Lief bedoeld, maar dit is natuurlijk gewoon ons werk. “Geef het maar aan een dakloze, of iemand die het misschien nodig heeft”, antwoordt mijn collega.
Door de dienst heen zijn er nog meer kleine, lieve dingen die je vooral ziet als je er aandacht aan geeft. Ook voeren we gesprekken over waarom we zijn geworden wie we zijn en hoe dat zo is gekomen. Het is geen spannende dienst, maar wel een mooie door de bijzondere ontmoetingen en gesprekken.
Uiteindelijk ben ik ‘s avonds te gaar om te koken. Ik loop het afhaalrestaurant uit en wederom komt er een dakloze man op mij af: “Volgens mij is dit uw handschoen.” Staat ‘ie daar, met mijn net nieuwe handschoen in zijn hand… “Ja klopt, dankjewel… Wil je wat eten?” Zeg ik. “Nee hoor ik heb geen honger” zegt hij. Ik me vraag me af hoelang hij al op me stond te wachten en geef hem wat kleingeld uit mijn jaszak. “Ontbijt voor morgen dan”, zeg ik. Hij pakt het niet meteen aan en zegt: “Alleen als je zelf genoeg hebt”.
Ik verzeker hem dat ik zelf echt genoeg heb en bied aan of ik iets anders voor hem kan halen wat hij nodig heeft. “Nee hoor. Ik heb vandaag een warme sjaal gekregen en de nachtopvang is open, dus ik ben tevreden”. Hij schudt met de hand kleingeld, waarna hij zegt: “En dit vind ik echt lief”. Ik wapper met mijn handschoen, waarvan ik niet wist dat ik hem verloren had en antwoord: “Ik vind dít heel lief!”
De meeste mensen deugen. En een hand kleingeld maakt misschien geen echt verschil. Maar samen maken we wel het verschil! We zijn druk met dingen die spelen in de wereld: onrecht, mensenrechtenschendingen… Maar we moeten niet vergeten: De meeste mensen deugen. Neem dat van mij aan!’