Vorige week vrijdag presenteerde minister Van Gennip (SZW) de ‘Voortgangsbrief werken met en als zelfstandige(n)’ aan de Tweede Kamer. Het resultaat van overleg in de polder om het onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen op te helderen. In de brief wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het belang van zelfstandig ondernemerschap voor de Nederlandse arbeidsmarkt. Zelfstandigen leveren met hun kennis en expertise een belangrijke bijdrage aan het oplossen van vraagstukken bij tal van organisaties. Keer op keer toont onderzoek aan dat het merendeel van de zzp-populatie zeer tevreden is over hun werkomstandigheden, salaris en gevoel van autonomie. Dat is een ontwikkeling die wij moeten koesteren.
De zoektocht naar de juiste balans tussen de elementen
‘Om het gezagscriterium te verduidelijken is het kabinet voornemens om het criterium ‘inbedding in de organisatie’ te verankeren. Het wordt een hedendaags criterium bij het beoordelen van de arbeidsrelatie, terwijl het erg complex wordt om dit duidelijk te definiëren. Deze discussie is eerder gevoerd en destijds niet beslecht. Veel zzp’ers zijn werkzaam in de IT, HR of projectmanagement en min of meer ingebed in de organisatie. Is dit straks niet meer mogelijk? Het gaat ongetwijfeld onrust veroorzaken bij opdrachtgevers, intermediairs en zzp’ers. Gezien het tekort aan specialistisch personeel is dit erg ongewenst,’ zegt Marion van Hapenm, CEO van de HeadFirst Group
‘Een ander element om de arbeidsrelatie te bepalen, namelijk zelfstandig ondernemerschap, biedt de nodige balans. We moeten niet alleen kijken naar de opdracht die wordt uitgevoerd, maar ook naar het individu. Duidelijke ondernemerscriteria, zoals de hoogte van het tarief en specialistische kennis, zijn bij uitstek belanrijk om mee te nemen in de beoordeling van de arbeidsrelatie. Door de juiste feiten en omstandigheden te toetsen wordt het onderscheid tussen werknemer en zelfstandige vanzelf duidelijker’.
Kansen voor de intermediaire branche
De komende maanden worden de plannen verder uitgewerkt in overleg met stakeholders, experts en sociale partners. ‘Een sterke coalitie van brancheverenigingen (ABU, NBBU, I-ZO, VvDN, RIM en Bovib) lijkt mij voor het kabinet en de beleidsmakers een prettige en deskundige gesprekspartner. Door de praktijk naar Den Haag te brengen zullen toetsbare en duidelijke ondernemerscriteria ontstaan,‘ gaat Van Happenm verder.
‘Er is ook een mooie kans weggelegd voor intermediairs. Deze veranderingen bieden de mogelijkheid om de relatie met opdrachtnemers en opdrachtgevers te professionaliseren. Door zowel de vraag- als aanbodzijde van de arbeidsmarkt te adviseren en ondersteunen bij het voldoen aan wet- en regelgeving. Nieuwe regels dwingen ons om aan te passen. Het is de kunst om relaties daar succesvol in mee te nemen.’